Lufthansa reduceert zijn Boeing 747-8-vloot met twee vliegtuigen en verkoopt deze voor 400 miljoen dollar aan de Amerikaanse luchtmacht. De vliegtuigen zullen worden gebruikt ter ondersteuning van de Air Force One-vloot, inclusief training van de bemanning en onderhoud van reserveonderdelen. Deze stap is ongebruikelijk gezien het eerdere voornemen van Lufthansa om de volledige 747-8-vloot te behouden, maar het komt tegemoet aan een kritieke behoefte van het Amerikaanse leger terwijl het zich voorbereidt op presidentiële transportupgrades op de lange termijn.

Vlootreductie en verkoopdetails

Lufthansa exploiteert momenteel 19 Boeing 747-8’s, een van de weinige luchtvaartmaatschappijen die nog steeds met de passagiersversie van dit iconische vliegtuig vliegen. De twee vliegtuigen die werden verkocht – de registraties D-ABYD (vertrek in januari 2026) en D-ABYG (vertrek in het derde kwartaal van 2026) – waren aanvankelijk bedoeld voor de inmiddels ter ziele gegane Russische luchtvaartmaatschappij Transaero, maar werden nooit afgeleverd. Het besluit van Lufthansa om ze nu te verkopen is verrassend, aangezien ze eerder van plan waren de hele vloot uit te rusten.

Waarom de Amerikaanse luchtmacht deze straalvliegtuigen nodig heeft

De Amerikaanse luchtmacht is bezig haar presidentiële vloot te moderniseren met twee zwaar aangepaste Boeing 747-8’s, een project dat al jaren achterloopt op schema. De huidige tijdlijn schat de levering op zijn vroegst in 2028. De nieuwe vliegtuigen verschillen aanzienlijk van de bestaande 747-200 die als Air Force One wordt gebruikt, wat een speciaal trainingsprogramma en een duurzame levering van reserveonderdelen noodzakelijk maakt.

De twee Lufthansa-jets zullen deze leemte opvullen, essentiële ondersteuning bieden voor de transitie en zorgen voor operationele paraatheid op de lange termijn. Aangezien de 747-8 niet langer in productie is, is het aanschaffen van extra casco’s een strategische zet om de risico’s die verband houden met veroudering en onderhoud te beperken.

Bredere context: presidentieel transport en vlootmodernisering

De modernisering van de Air Force One-vloot is een complexe en kostbare onderneming geweest. Voormalig president Trump had zelfs het gebruik van een door Qatar geschonken Boeing 747-8 als tussenoplossing onderzocht, als gevolg van zijn ontevredenheid over het bestaande vliegtuig. De vertragingen van het project hebben de noodzaak van proactieve planning en redundantie van de presidentiële transportcapaciteiten verder onderstreept.

De aanschaf van deze Lufthansa-jets zorgt ervoor dat de Air Force One-vloot over de noodzakelijke infrastructuur zal beschikken om de komende jaren effectief te kunnen opereren.

Concluderend kan worden gezegd dat Lufthansa’s verkoop van twee Boeing 747-8’s aan de Amerikaanse luchtmacht een pragmatische zet is die tegemoetkomt aan een kritieke operationele behoefte. De vliegtuigen zullen een cruciale rol spelen bij de ondersteuning van de volgende generatie Air Force One en zorgen voor continuïteit en betrouwbaarheid in het presidentiële transport op de lange termijn.